Inclusiecriteria
Overweeg je als verwijzer een verwijzing naar het Centrum voor Neuropsychiatrie? Onderstaande checklist voor inclusie kan helpen bij de overweging. Neem gerust contact met ons op voor overleg over de passendheid van een voorgenomen verwijzing.
We benadrukken graag dat de genoemde inclusiecriteria niet uitputtend of bij uitsluiting bepalend zijn. Juist omdat wij niet één enkele groep van stoornissen, classificaties of aandoeningen behandelen, zijn deze aanwijzingen richtinggevend. Neem gerust contact met ons op voor overleg over een mogelijke verwijzing. Bel op werkdagen naar (0478) 78 61 60 of mail naar vvgsecretariaattopreferentezorg@vigogroep.nl.
Inclusiecriteria
- Heeft de patiënt een diagnose, maar twijfel je of deze klopt en volledig is? Of is er sprake van een complex diagnostisch vraagstuk bij meervoudige problematiek?
Met een diagnose bedoelen we hier een classificatie of (etiologische dan wel functionele) verklaring van de klachten of problemen die de aanleiding vormen voor eventuele verwijzing.
- Hebben één of meer diagnostiektrajecten en/of specialistische behandelingen niet tot het gewenste effect geleid?
- Heb je de indruk dat er psychiatrische en/of cognitieve problemen bestaan, die zouden kunnen samenhangen met een gekende dan wel vermoede genetische aandoening ?
Denk aan het syndroom van Noonan, NF1, Prader-Willi-syndroom, mitochondriële aandoeningen, genetisch deletie- of duplicatiesyndroom in het algemeen.
- Is er sprake van een specifiek psychofarmacologisch vraagstuk? Of is er behoefte aan herevaluatie van een lopend psychofarmacologisch of (neuro)psychologisch behandelbeleid?
- Heb je de indruk dat er psychiatrische en/of cognitieve problemen bestaan, die zouden kunnen samenhangen met een gekende dan wel vermoede (al dan niet zeldzame) somatische aandoening?
Denk aan stofwisselingsaandoeningen of stapelingsziekten.
- Heb je de indruk dat er psychiatrische en/of cognitieve problemen bestaan, die zouden kunnen samenhangen met een gekende dan wel vermoede neurologische aandoening of hersenletsel?
- Is er sprake van een intellectuele beperking in combinatie met somatische, psychiatrische of cognitieve problemen?
- Is er sprake van een atypisch beloop van een psychiatrische aandoening, die al dan niet in combinatie met een somatische aandoening optreedt?
Is op drie of meer vragen het antwoord ‘ja’? Dat geldt meestal een indicatie voor hoogspecialistische zorg bij het Centrum voor Neuropsychiatrie.
Exclusiecriterium
Wij hanteren één exclusiecriterium: de patiënt vertoont ernstige manifeste agressie en/of is separatiebehoeftig.
Uitstroomcriteria
Uitstroom gebeurt op basis van diverse criteria: vindt plaats wanneer er geen sprake meer is van een hoogspecialistische vraag: klachten zijn geheel of deels in remissie, de ernst van de problematiek is afgenomen, comorbiditeit is afgenomen of reguliere vervolgbehandeling (of verzorging) is mogelijk.
- Diagnose | juiste diagnose die de problematiek (grotendeels) verklaart en aanknopingspunten geeft voor een passende (vervolg)behandeling.
- Herstelcriteria bereikt | op subjectief niveau, zoals:
- meer inzicht in de eigen problematiek als gevolg van de verklarende diagnostiek.
- toegenomen gevoel van cognitieve controle (zelfsturing), waardoor de beleving van (de mate en/of intensiteit van) klachten is afgenomen.
- er is een nieuw, concreet behandelperspectief.
- ervaren kwaliteit van leven is toegenomen.
- Behandeldoel bereikt | in geval van neuropsychiatrische of klinisch neuropsychologische behandeling, zoals
- succesvolle afbouw van en/of instelling op medicatie.
- afname van cognitieve klachten.
- verbeterde omgang met cognitieve beperkingen.
- stabilisering van een complex psychiatrisch toestandsbeeld.
- een toegenomen kwaliteit van leven door toegenomen zelfstandigheid.
- Reguliere behandeling elders | eventueel geïndiceerde (vervolg)behandelingen kan op regulier specialistisch niveau of, in overleg met de SGGz-verwijzer, op BGGGz-niveau elders (in de eigen regio).
Uitstroom na behandeling is altijd op basis van overleg tussen patiënt, de behandelaar van het centrum en de verwijzer en/of behandelaar in de eigen regio. Daarbij zijn de uitstroomcriteria leidend.